Leiden, Marekerk, zaterdag 5 april 20:15
Terheijden, Witte Kerkje, zondag 6 april 15:30
Pieter Hellendaal: Concerto grosso op. 3 nr. 1 in g
Overture – Largo – Presto – Menuet
Johan Sebastian Bach: Concert voor 2 klavecimbels, strijkers en basso continuo in c BWV 1062
[Vivace] – Andante – Allegro Assai
Pietro Antonio Locatelli: Introduzione teatrale op. 4 nr. 4
Georg Friedrich Händel: Concerto grosso op. 6 nr. 1 in G HWV 319
A tempo giusto – Allegro – Adagio – Allegro – Allegro
pauze
Carl Philipp Emanuel Bach: Concert voor 2 klavecimbels en strijkers in F Wq 46
Allegro – Largo e con sordino – Allegro assai
Wolfgang Amadeus Mozart: Divertimento in D (KV 136)
Allegro – Andante – Presto
Antonius Gerhardus Michael (Ton) Koopman (Zwolle, 2 oktober 1944) is een Nederlands dirigent, organist, klavecinist en muziekpedagoog. Koopman richt zich erop de muziekwerken zo authentiek mogelijk uit te voeren, onder andere door gebruik te maken van de orkestbezetting en instrumenten (of exacte kopieën daarvan) uit de tijd van de componist. Ton Koopman is docent klavecimbel aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Op 15 december 2006 hield hij aan de Universiteit Leiden zijn oratie waarmee hij hoogleraar werd in het vakgebied van de kunsten, in het bijzonder de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk van de oude muziek.
Tini Mathot werd in Amsterdam geboren. Zij studeerde eerst piano en vervolgens klavecimbel aan het Sweelinck Conservatorium in haar geboortestad. Zij is reeds geruime tijd hoofdvakdocente klavecimbel aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
Ze werkt als musicus en opnameleidster nauw samen met haar echtgenoot en vroegere docent Ton Koopman.
Gezamenlijk treden ze op en brengen ze talrijke bekende en onbekende werken uit het repertoire voor twee clavecimbels en twee orgels ten gehore. Samen waren Tini Mathot en Ton Koopman met kamermuziekprojecten en concerten te gast in de beroemdste concertzalen van Europa, de Verenigde Staten en Japan; nog steeds is ze met Ton Koopman frequent op de bekende podia in binnen- en buitenland te horen.
Pieter Hellendaal (1721-1799)
De in Rotterdam geboren Pieter Hellendaal kreeg zijn eerste muzikale vorming van zijn vader. In 1731 verhuisde de familie naar Utrecht, waar hij op tienjarige leeftijd, organist werd van de Nicolaïkerk. Hier bespeelde hij tot 1737 het Peter Gerritszoon orgel uit 1479, het oudste kerkorgel van Nederland. In 1737 trok Hellendaal op vijftienjarige leeftijd naar Italië, waar hij enkele jaren studeerde hij aan de Scuola delle nazione in Padua bij Giuseppe Tartini. Na zijn terugkeer uit Italië vestigde Hellendaal zich in Amsterdam, speelde hij viool in herbergen, en kreeg een officiële vergunning om zijn muziek te publiceren. Gedurende de 1749–1751 studeerde hij aan de Leidse universiteit, in deze jaren was hij ook hulporganist aan de Marekerk in Leiden. Daarna vertrok hij naar Engeland.
Opus 1 uit de Six Grand Concertos voor strijkers en basso continuo componeerde hij rond 1755 in Londen.
Johan Sebastian Bach (1685-1750)
Johann Sebastian Bach schreef in totaal 13 concerten voor één, twee, drie of vier klavecimbels en orkest, waaronder BWV 1062. De klavecimbelconcerten ontstonden tussen 1728 en 1740, toen Bach de leiding had over het door Telemann opgerichte Collegium Musicum van Leipzig.
Ton Koopman treedt vanavond in meerdere opzichten in de voetsporen van de componist, niet alleen als leider van het ensemble, maar ook – samen met zijn echtgenote – als solist in dit prachtige dubbelconcert.
Het concert voor 2 klavecimbels in c klein (BWV 1062) is naar alle waarschijnlijkheid een transcriptie door Bach zelf van zijn concert voor twee violen in d (BWV 1043). Het werk is voor de klavecimbelversie een toon lager getransponeerd. Dit hangt vermoedelijk samen met het bereik van de instrumenten die Bach tot zijn beschikking had. Bach heeft de oorspronkelijke orkestratie nauwelijks veranderd.
Pietro Antonio Locatelli (1695-1764)
De Italiaan Pietro Antonio Locatelli leefde de tweede helft van zijn leven in Amsterdam, waar hij vioolles gaf, Italiaanse snaren verkocht en een muziekuitgeverij had. Als virtuoos violist componeerde Locatelli vooral voor de viool, maar hij componeerde ook voor een Collegium Musicum, dat hij leidde en dat uit welvarende muziekliefhebbers bestond. Hij stierf in 1764 in zijn huis in Amsterdam aan de Prinsengracht 506 en is begraven in de Engelse Hervormde kerk op het Begijnhof te Amsterdam. Locatelli componeerde zijn opus 4 met concerto grossi in 1735.
Virtuositeit, opzichtige improvisatie en stratosferisch hoog vioolspel zijn de kenmerken van de theatrale concerti grossi voor solisten en ripieno van Locatelli. Dit concerto grosso heeft Locatelli gemodelleerd naar de populaire concerti grossi van zijn leraar Corelli.
Georg Friedrich Händel (1685-1759)
De Twaalf Grand Concerto’s Opus 6, HWV 319-330 zijn concerti grossi voor een concertino trio van twee violen en cello en een ripieno vierstemmig strijkorkest met klavecimbel continuo. Voor het concertseizoen 1739-1740 componeerde Händel in slechts twee maanden tien van de Twelve Grand Concertos, Zij waren bedoeld om te worden uitgevoerd tijdens de pauzes in masques en oratoria. Van het Concerto grosso no 1 is het eerste deel een herbewerking van Händels eigen eerste ontwerp van de ouverture voor Imeneo, zijn voorlaatste Italiaanse opera (ca. 1738)
Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788)
Deze derde zoon van J.S. Bach was wellicht de meest begenadigde van zijn musicerende en componerende kinderen. Carl Philipp volgde zijn peetvader G.P. Telemann op als Kapellmeister van de vijf hoofdkerken van Hamburg. In tegenstelling tot zijn vader, die qua stijl vasthield aan de contrapuntische benadering van de late barok, nam Carl Philipp het voortouw in de -verdere- evolutie van de muziek. Hij geldt als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de zgn. Empfindsame stijl, die sterk de nadruk legt op een gevoelvolle expressie en dicht bij de Sturm und Drang ligt. In dit opzicht is hij een overgangsfiguur tussen de barokstijl van zijn vader en het classicisme van de latere Eerste Weense School. Kenmerkend zijn de harmonische wendingen in opruiende bassen en abrupte stemmingswisselingen in violen, die van poezelig naar vlijmscherp gaan. Hoe krachtig, origineel en opwindend de muziek van Carl Philipp is, hoort u in dit originele concert voor 2 klavecimbels en strijkers.
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)
Eind 1771, na twee succesvolle tournees door Italië, keerden Mozart en zijn vader terug naar huis in Salzburg. Daar componeerde Wolfgang rond zijn zestiende verjaardag drie zgn. Divertimenti, KV 136-138, voor strijkers. Door de jaren heen is het gespeeld als een strijkkwartet, waarbij de eerste viool in het eerste deel de loopjes van zestiende noten als een solostem speelt. We weten simpelweg niet of de Divertimenti KV 136-138 door de jonge Mozart zijn gecomponeerd als orkestwerken voor een ensemble of dat het solowerken zijn die aan het begin staan van het toen nieuwe genre van het strijkkwartet. Mozart vulde zijn Divertimenti met een jeugdige uitbundigheid, een uitbundigheid die past bij de leeftijd van de componist toen hij ze schreef.
Viool: Wiveka Elion, Corine Flach, Ard Groot, Marjolein Hennes, Marceline Loudon, Wibe Moll, Leendert Nooitgedagt, Else van Ommen, Max Willem Oosterhuis, Anne van Walsum, Ulrike Wiebel
Altviool: Matthieu van Gelderen, Ellen ten Haaf, Stan van Heijst, Marieke Jas
Cello: Marijn Groot, Susan Lambrechtsen, Petra de Man
Violone: Ellen de Graaff
Klavecimbel: Ton Koopman en Tini Mathot
Het Leids Barok Ensemble (www.hetlbe.nl), ontstaan in 1988, speelt lekkere frisse barok, met barokstokken, (doorgaans) zonder dirigent,
op darmsnaren en gestemd op 415Hz.
Het LBE werkte samen met o.m. Jan Willem de Vriend (viool-dirigent), Lucia Swarts (cello), Franc Polman (viool), Han Tol (blokfluit), Peter de Groot (altus), Nico van der Meel (tenor-dirigent) en vele andere inspirerende barokmusici. Meer dan 100 concerten gaf het LBE in binnen-en buitenland (van Vlieland tot Kloosterzande (Zeeuws-Vlaanderen) en heel veel prachtige kerkjes daar tussenin. Buitenlandse tournees waren er in België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
Dit project is mede mogelijk door financiële bijdragen van stichting Fonds voor de Geld- en Effectenhandel, stichting Orlanda Goban, het VSBFonds en Het Cultuurfonds Zuid-Holland (met dank aan het Catrien Venverloo Fonds) en enkele fondsen die anoniem wensen te blijven.
Draagt u het Leids Barok Ensemble een warm hart toe en wilt u ons financieel ondersteunen? Uw bijdrage wordt zeer op prijs gesteld: NL95INGB0000221798 t.n.v. Leids Barok Ensemble.