Solist: Doretthe Janssens, traverso

 

zondag 18 november 15:00

Dorpskerk

Brink 3 Vries

 

zondag 25 november 15:15

Lokhorstkerk

Pieterskerkstraat 1, Leiden

 

 

Samuel Scheidt   Pavane uit Ludi Musici

Alessandro Scarlatti – Uit “6 Concerts in 7 parts” Concerto grosso III & IV

Antonio Vivaldi  Fluitconcert in D op.10 no.3 “Il Gardellino”

Antonio Vivaldi  Fluitconcert in g klein op.10 no.2 “La Notte”

Wilhelm Friedemann Bach  Ouvertüre in G klein

Wel eens gehoord van de Bresciaspies of polenta osei? In Italië stonden leeuweriken, kwikstaarten en kwartels op het barokke menu. Geen goudvinken (gardellini). Die mochten blijven zingen, ook van Vivaldi. Hij heeft er één afgezonderd in zijn fluitconcert. In het andere concert schildert hij als een impressionist de nacht.

Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is en daarom is de toeschrijving van de ouverture aan zoon W.F. Bach vermoedelijk foutief. Wij houden het op een interessante fladderaar uit Beieren.

Er zijn ook twee krombeksnavels in de populatie: Scheidt en Scarlatti. Hun harmonische wendingen en dissonanten nemen een vlucht die ons ver van huis brengt.

Hierover gesproken: Geminiani is misschien wel de vreemdste vogel. Hij heeft in zijn Concerto Grosso Corelli’s ei uitgebroed en rust in Ierland, niet op een bord polenta, maar onder een vers gepoetste koperen grafsteen.

Doretthe Janssens

Doretthe Janssens studeerde moderne fluit bij Ingrid Deij en traverso bij Marten Root, beide aan het Utrechts Conservatorium. Ook heeft zij een aantal jaren muziekwetenschap aan de Universiteit van Utrecht gestudeerd.
Doretthe speelde in diverse orkesten, waaronder The Northern Consort, Das Kleine Konzert, Anima Eterna, Tafelmusik, Die Kölner Akademie, Cappella Coloniensis, Corona Artis, Das Neue Orchester en ze is een vast lid van het barokorkest van de Nederlandse Bachvereniging.

In de afgelopen jaren heeft ze kamermuziek gespeeld en opgenomen met het Schönbrunn Ensemble, Camerata Trajectina, Musica Amphion en haar eigen kamermuziekensemble FIER.
Doretthe geeft les op zowel de moderne dwarsfluit als de traverso en heeft een methode voor de traverso geschreven, die in het Nederlands, Engels en Duits is verschenen.

soliste: Talitha van der Spek, mezzo-sopraan

m.m.v. Elly van Munster, Theorbe

zaterdag 16 juni 20:30
Protestantse Kerk
Kerkplein 7
Vlieland

zondag 17 juni 16:00
Nederlands Hervormde Kerk
Paesens-Moddergat

zaterdag 23 juni 20:30
Lokhorstkerk
Pieterskerkstraat 1
Leiden 

 

 

Jean Baptiste Lully  Divertissement’ d’Armide – aria’s, ouverture & dansen

Richard Mudge Concerto no.3  in seven parts, in G groot

Jospeh Haydn  Arianna a Naxos – aria

Jean-Philippe Rameau Concert en Sextuor no.2 in G

Heinrich Ignaz Franz Biber  Fidicinium Sacro Profanum no.1 in B klein

uit Philidor Manuscript  Concert á Louis XIII

De rode draad van dit wadden-programma begint op het eiland Naxos, waar Ariadne de weg terug vindt door een kluwen wol. Ze trouwt daar met Dionysos, de God van de wijn. De draad brengt ons op het thema: ‘onder invloed’. Maar waar de draad op te pakken? We kiezen Haydn (Wenen) en gaan van daar naar Biber (Salzburg). Biber’s invloed reikt tot Paganini, maar die hoort u niet dit keer. Nee, dan liever een lijntje gelegd naar Mudge (Birmingham) die onder invloed stond van Händel, die op zijn beurt onder invloed had gestaan van A. Scarlatti (in Rome). De eerste en de laatste, die spelen we weer wèl. Dankzij de wol vindt Ariadne haar mythologische ‘zuster’ Armide in het verre Versaille, waar Lully geen invloed van anderen duldt. Zijn opera brengt Armide de roes die liefde heet, maar het geliefde object komt niet in haar invloedssfeer, wat leidt tot dolk en dood. De wol is weer een kluwen geworden bij Rameau, die een eindje verderop en een beetje later met tong in wang een paar muzikale portretjes aflevert die eeuwig mogen duren.  

 

Talitha van der Spek

Talitha van der Spek studeerde zang aan het Conservatorium van Amsterdam bij Margreet Honig. De afgelopen jaren zong zij rollen bij diverse operagezelschappen, waaronder De Nederlandse Opera (Carmen), De Nationale Reisopera (Resident Artists Program: Dritte Dame, Vendredi), de Dutch National Opera Academy (Marcellina, 2nd Witch), Opera Festa (Clytemnestre) Opera Spanga (Aufseherin). Zij zong en danste in de dansvoorstelling Merg van het choreografenduo Leine en Roebana, waarin zij werkte met o.a. Helena Rasker en het Locke Consort. Het Concerto delle Donne met Claron McFadden werd geselecteerd om het slotconcert van de week van Jong Talent op Radio 4 te verzorgen. Ook zong zij met barokorkest Eik en Linde o.l.v. Franc Polman, waarvan een live-registratie op cd verscheen: La Diavolessa. Als soliste werkte zij met dirigenten als Jos van Veldhoven, Jos Vermunt en Alfredo Bernardini. Zij is tevens de zangeres van barokensemble Les Eléments, dat in heel Nederland concerten geeft en dat optrad in het Concertgebouw en live op Radio 4 te horen was. Zij vormt een duo met pianist Harimada Kusuma en zij spelen hun liedprogramma ‘Going to heaven!’ door het hele land. 

In september 2012 verschijnt de cd de Triomfeerende Min van Carolus Hacquart, door Camerata Trajectina, waarop zij verschillende rollen zingt. Dit seizoen zingt zij verder nog rollen bij Opera Nijetrijne en Holland Opera.

 

Solist: Renske Wijma, hoorn

11 februari 20:00

Lokhorstkerk,
Pieterskerkstraat 1
Leiden

12 Februari 15:00
Protestantse Kerk
Zuidkerkenlaan 25
Limmen

 

 

 

 

Franz Xaver Richter Grande Symphonie no.1 in Bes groot
Joseph Haydn Hoornconcert no.2 in D groot Hob VIId:4
Charles Avison Concerto In Seven Parts no.6 in D groot naar Scarlatti
Wolfgang Amadeus Mozart Symfonie nr.4 in D groot  KV19
Pietro Antonio Locatelli  Sinfonia Funebre In F klein

In 2012 krijgen beroepsmusici in Nederland het moeilijk. Gelukkig is het LBE pure liefhebberij. U hoort dus zeker nog van ons. En toch halen ook wij altijd opgelucht adem als de kosten en de baten weer in evenwicht blijken te zijn. Dat was bij de componisten van vroeger ook zo. Je was als componist in dienst bij een vorst of je had neveninkomsten, gaf muziek uit of je was een wonderkind. Tijdens de tournee door Holland werd door vader Mozart een kist vol spullen opgestuurd naar Salzburg. Als de familie later wat krap bij kas zat werd uit de voorraad ‘natura’ het één en ander verkocht. Wat heeft dit nu met de cornu copiae te maken, de hoorn des overvloeds en het thema van deze sessie? Dit is letterlijk vertaald: hoorn van voorraad. Bij deze cornus gaat het om een mythologische hoorn van een geit. Het bruggetje naar het instrument is gauw gelegd, want overvloedig is de natuurhoorn wel, met zijn twee meter lange, opgerolde, buizen en zijn rijke palet aan tonen en kleuren. Geniet bij het LBE van de klankweelde van de natuurhoorn.

Renske Wijma

De jonge, veelzijdige hoorniste Renske Wijma werd in 1985 geboren in het Friese dorpje Oudega.
Gegrepen door de prachtige klank van de hoorn, volgde ze vanaf haar 10^e hoornlessen van Oeds Jongsma. Als snel nam ze deel aan vele regionale en nationale solistenconcoursen waar ze steevast hoog eindigde.
Een logisch vervolg was een conservatoriumstudie en in 2003 startte Renske haar studie bij hoorndocent Frank Brouns aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen. In deze periode won ze prijzen bij onder meer het Prinses Christina Concours en Stichting Jong Muziektalent Nederland en gaf vele concerten door heel Nederland met haar zus en pianiste Afke Wijma. Vanaf 2006 studeerde zij verder bij Herman Jeurissen aan het Koninklijk conservatorium te Den Haag waar ze zich, naast moderne hoorn ging specialiseren in het bespelen van de natuurhoorn bij Teunis van der Zwart.
Tijdens en na haar studie maakte Renske deel uit van achtereenvolgens het Jeugd Orkest Nederland, het Nationaal Jeugdorkest, het NJO Orkest van de 19^e eeuw en het Jeune Orchestre Atlantique. Ze volgde tevens masterclasses bij een groot aantal tophoornisten als Radovan Vlatkovic, Frøydis Ree Wekre, Christan Lampert, Bruno Schneider, Peter Damm, Markus Maskuniitty en Jasper de Waal.

 

Na het afronden van haar hoornstudie begon Renske zich te verdiepen in nieuwe concertvormen en nieuwe manieren om mensen muziek te laten beleven. Ze ging onder andere de mogelijkheden bekijken om muziek te verrijken met andere kunstvormen en begon hiermee te experimenteren. Vanuit dit idee richtte zij samen met enkele andere musici de nieuwe muziekgroep ‘MIRAKEL’ op.
Momenteel is Renske manager en hoorniste van MIRAKEL en maakt ze deel uit van enkele andere professionele klassieke, hedendaagse én barokensembles.

Daarnaast remplaceert zij met grote regelmaat in orkesten in en buiten Nederland, waaronder het Zeeuws Orkest, het Sweelinck Barokorkest, het Orkest van de Domcantorij en het Vestjysk Symfoniorkester Esbjerg, Denemarken.

 

Solist: Franc Polman, viool

 

 

 

 

 

Jean-Baptiste Lully  Suite uit ‘Le Bourgeois Gentilhomme’
Jean-Philippe Rameau  Concert en sextuor no.5
Anton Wilhelm Solnitz  Sinfonia in Bes groot op. 3
Johann Sebastian Bach Vioolconcert in a-klein BWV 1041
Pieter Hellendaal  Concerto grosso in F-groot op.3 no.6

Er is veel te doen over de Leidse koorboeken, een mooi project van het vocale Aegidiuskwartet, maar wist u dat er ook Leidse orkestboeken bestaan?

Leiden heeft een geweldige muzikale traditie, niet alleen vanwege de kerk, maar ook vanwege de Universiteit. Deze had aantrekkingskracht op muzikaal talent en er hebben dan ook veel migranten in Leiden muziek opgeschreven.

Het LBE las in het verleden in boeken van de madrigalist Cornelis Schuyt, zoon van de Leidse stadsmuzikant Floris Schuyt, en van Pieter Hellendaal. Deze Hollandse migrant was een tijdje organist aan de Pieterskerk, twee minuten van de Lokhorskerk, de thuisbasis van het LBE. In november hoort u een werk van een Nieuwe Leidenaar Anton Wilhelm Solnitz. Hij speelde in zijn eigen werken mee in het naburige en tolerante Den Haag. En natuurlijk slaan wij het boek pas dicht nadat we van Hellendaal en enkele beroemde buitenlanders een paar hoofdstukken hebben voorgedragen.

En let u op, ons programma bevat nóg een thema: dans en spektakel.

Franc Polman

Violist Franc Polman studeerde aan het Sweelinck Conservatorium Amsterdam bij Bouw Lemkes. Hij volgde masterclasses bij Sandor Végh, Berl Senofsky en voor oude muziek bij Jaap Schröder, Lucy van Dael, Elisabeth Wallfisch en Fabio Biondi. Hij is concertmeester van Musica ad Rhenum en eerste violist in het Orkest van de Achttiende Eeuw; ook speelt hij regelmatig in projecten van het Apollo ensemble en Musica Amphion.

In het buitenland nam hij plaats in prestigieuse barokorkesten zoals MusicaAntiqua, Les Musiciens du Louvre en The Raglan Baroque Players, en gaf masterclasses aan de Händelacademie in Karlsruhe en aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.

Daarnaast is Franc Polman actief in vele kamermuziekensembles, zoals het Nepomuk Fortepiano Quintet en het Schuppanzigh strijkkwartet, waarvan hij sinds 2006 deel uitmaakt. Met fortepianiste Riko Fukuda vormt hij een duo.

Hij is artistiek leider van Barokensemble Eik en Linde. Franc Polman bespeelt een viool van Hendrik Jacobs (Amsterdam, 1701).